
Vroege puberteit
Podcast & video 7 Vragen, 7 Antwoorden en 7 Tips: Vroege puberteit
1. Wat is te vroege puberteit?
Bij een meisje
Als je voor je 8 jaar bent borsten krijgt of voor je 10 jaar bent ongesteld wordt, begint je puberteit te vroeg. Vaak groei je dan ook ineens heel snel. Je kunt ook wat vocht uit je vagina verliezen. Dat zie je dan in je onderbroek. En ja, je kunt je ook al gedragen als een puber.
Bij een jongen
Als voor je 9 jaar bent je penis en zaadballen gaan groeien, komt bij jou de puberteit te vroeg. Je kunt dan ook ineens snel groeien en je anders gaan gedragen.
Bij meisjes en jongens
Soms kan bij meisjes voor hun 8ste en bij jongens voor hun 9de okselhaar of schaamhaar gaan groeien. Je kunt ook naar zweet gaan ruiken en ineens jeugdpuistjes op je gezicht zien. Dat betekent nog niet dat de puberteit is begonnen. We raden dan wel aan om naar de dokter te gaan om dit te laten onderzoeken.
2. Hoe vaak en bij wie komt een vroege puberteit voor?
Stel je hebt 500 meisjes, dan komt gemiddeld bij 1 van hen de puberteit te vroeg. Bij jongens komt dit voor bij 1 op de 10.000 jongens. Bij meisjes gebeurt het dus vaker.
Bij meisjes
Bij meisjes is de oorzaak meestal onschuldig. Zeker als de puberteit langzaam verder gaat, hoef je je geen zorgen te maken. De puberteit begint dan vaak tussen de 6 en 8 jaar. Als bij je vader of moeder de puberteit vroeg begon, kan dit bij jou ook zo zijn. De oorzaak is dan vaak onschuldig. In een enkel geval vinden we bij meisjes een afwijking in de hersenen rond de hormoonklok. Dit is een denkbeeldige klok die begint te ‘tikken’ aan het begin van je puberteit. Bij vraag 3 leggen we dit verder uit.
Bij jongens
Bij jongens is een vroege puberteits start meestal niet onschuldig. Bijna altijd is meer onderzoek nodig.
Bij kinderen met een verstandelijke beperking
Bij kinderen met een verstandelijke beperking komt vroege puberteit vaker voor. Wel 20 keer vaker dan normaal. Meestal komt dit omdat de hersenen zich anders ontwikkelen. Dit kan bijvoorbeeld door:
- Een hersenvliesontsteking;
- Zuurstofgebrek bij de geboorte;
- Een val op het hoofd;
- Aangeboren hersenafwijking.
Ook bij sommige syndromen komt vroege puberteit vaker voor.
3. Hoe weet je dat je in de puberteit bent?

Bij meisjes
Bij een meisje begint de normale puberteit tussen 8 en 13 jaar, meestal tussen de 10 en 11 jaar. Pas 2-3 jaar na het begin van de puberteit wordt je ongesteld, meisjes zijn gemiddeld 13 jaar. Nadat je ongesteld bent geworden, groei je nog heel even door, gemiddeld 5cm maar dit kan ook meer of minder zijn.

Bij jongens
Bij jongens begint de normale puberteit tussen de 9 en 14 jaar, gemiddeld zijn jongens tussen de 11 en 12 jaar. De groeispurt komt ongeveer 2 tot 2 jaar nadat je penis en zaadballen gaan groeien. Pas 3 tot 4 jaar daarna ben je uitgegroeid. Aan het einde van de puberteit word je stem zwaarder, dit noem je ook wel ‘de baard in de keel’.
Het begin van de puberteit: de ‘hormoonklok gaat aan’.
In de hersenen zit een denkbeeldige klok: de ‘hormoonklok’. Het hersendeel waar deze klok zit, noemen we de hypofyse. Als de puberteit begint, begint deze klok te ‘tikken’, dat wil zeggen: dit deel van de hersenen geven twee hormonen af (LH en FSH). Deze hormonen ‘sturen’ de puberteit. Waarom de klok ‘aangaat’ weten we niet precies. In sommige families tikt deze puberteitsklok al vroeg, in andere families begint het tikken later. Onder invloed van de twee hormonen LH en FSH groeien de geslachtsklieren: bij meisjes de eierstokken, bij jongens de zaadballen. De eierstokken maken de vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron aan. Hierdoor krijg je als meisje borsten.
Bij een jongen gaan de zaadballen groeien. Die maken het mannelijk hormoon testosteron aan: hierdoor gaat de penis groeien en krijg je als jongen meer haar.
4. Hoe weet de dokter wat de oorzaak van je vroege puberteit is?
De dokter stelt je vragen over je gezondheid. Ook wil de dokter weten op welke leeftijd de puberteit bij jou en je ouders begon. Maar ook: hoe snel je groeit, hoe snel je puberteit verdergaat. En als je een meisje bent: ben je al ongesteld geworden? De dokter vraagt ook of je hoofdpijn hebt, of je hierbij moet spugen en of je misschien minder goed kunt zien. En natuurlijk: gebruik je medicijnen? Heb je bijvoorbeeld hormonen geslikt of een crème gesmeerd?
Lichamelijk onderzoek
De dokter onderzoekt ook je lichaam. Hoe ver ben je in de puberteit? Hieronder zie je plaatjes van 5 puberteitsstadia. Dit is een belangrijk onderzoek, ook al voelt het misschien niet fijn. Bij een meisje kijken we hoe groot de borsten zijn. Zijn het bijvoorbeeld alleen nog ‘vetborstjes’? Dan is de puberteit nog niet begonnen. Bij een jongen kijken we naar de grootte van de zaadballen en de penis. Ook kijken we naar de hoeveelheid schaamhaar.
Groeicurve
De dokter meet je lengte en maakt een groeicurve (met meetpunten uit het groeiboekje). Vragen die we dan stellen zijn: hoe groot ben je vergeleken met je ouders, zien we een groeiversnelling en kan die passen bij puberteit?
Verder onderzoek
De dokter schat op basis van alle gegevens in of verder onderzoek nodig is. Vrijwel altijd nemen we een foto van je linkerhand en pols. We kijken dan naar je groeischijven. Zo kunnen we je botleeftijd bepalen. Bij vroege puberteit loopt de botleeftijd vaak voor. Je botleeftijd bepaalt hoeveel je nog kunt groeien. Bijvoorbeeld: je bent 10 jaar oud en je hebt een botleeftijd van 12 jaar. De periode dat je nog kunt groeien, is dan 2 jaar korter. Je eindigt dan kleiner dan wanneer je botleeftijd gewoon 10 jaar zou zijn.
Bloedonderzoek
Door bloedonderzoek te doen, kunnen we zien hoe ver je in de puberteit bent. Dit kan met een enkele bloedprik. Dit doen we meestal in de ochtend, dan zijn de hormoonwaardes het hoogst. We kunnen ook een test doen: de GnRH-test. Deze test laat zien ‘hoe wakker je hormoonklok is’. Je krijgt dan een infuus waarmee we bloed afnemen. Daarna geven we eenmalig GnRH. Dat is een stofje dat de hypofyse stimuleert om de hormonen LH en FSH af te geven. Na 30 en 60 minuten nemen we via het infuus weer bloed af en meten we de hoeveelheid LH en FSH.
Soms maken we bij meisjes een echo van de baarmoeder en eierstokken. We kijken dan hoe ver zij ontwikkeld zijn. Vaak maken we een MRI van je hoofd. Hiermee kijken we hoe de hypofyse – je hormoonklok – eruitziet.
5. Wat kan je doen als je te vroeg in de puberteit bent?
De behandeling die je krijgt, hangt af van de oorzaak van je vroege puberteit. Is je ‘hormoonklok te vroeg aangegaan’? Dan kunnen we dit afremmen met injecties. Je krijgt dan een puberteitsremmer, een medicijn dat de werking van GnRH remt. Afhankelijk van het type medicijn spuiten we het geneesmiddel in een spier of onder je huid (meestal in je bovenbeen of bil). Dat herhalen we. Het gaat dan bijvoorbeeld om de medicijnen Lucrin depot 3,75 mg, Decapeptyl 3,75 mg elke 3 of 4 weken of elke 10 tot 12 weken Pamorelin depot 11,25 mg. De allereerste keer na de injectie kunnen de puberteitsverschijnselen een beetje toenemen. Na de tweede injectie is de puberteit meestal echt geremd.

Hoe lang duurt de behandeling?
De behandeling duurt enkele jaren. Natuurlijk overleggen we alles met jou en je ouders. We stoppen de behandeling als je meeste leeftijdsgenoten ook in de puberteit zitten. Je bent dan meestal tussen de 11 en 13 jaar oud. Als we stoppen met het remmende medicijn (GnRH-agonist), komt je puberteit vanzelf weer op gang.
We hebben in Nederland al 30 jaar ervaring met deze behandeling. Het medicijn heeft geen nadelig effect op de vruchtbaarheid. Wel kan langdurig gebruik van deze medicijnen je botten wat minder sterk maken.
6. Wat kun je nog meer verwachten?
Soms is het voor iedereen duidelijk dat remmen van je puberteit nodig is. Bijvoorbeeld als de puberteit bij jou heel jong begint of als je puberteit heel snel gaat. In overleg met je kinderarts krijg je dan een medicijn dat de puberteit remt. Je blijft een aantal jaren onder controle van de kinderarts.
Wel of niet remmen?
Als jouw vroege puberteit onschuldig is, zeg maar ‘vroeg normaal’, dan beslis je samen met je dokter én je ouders wat voor jou het beste is: behandelen we je wél of níet met puberteitsremmers.
Voordelen remmen puberteit
- Misschien heb je door de behandeling minder last van ‘anders’ zijn ten opzichte van je leeftijdsgenootjes;
- Bij de puberteit horen soms heftige gevoelens, je lijf voelt anders door hormonen. Misschien is het fijn om daar pas mee geconfronteerd te worden als je daar de leeftijd voor hebt;
- Misschien vind je het niet fijn om al vrij jong ongesteld te worden;
- Als we de puberteit remmen, groei je wat langer door. Mogelijk word je daardoor een paar cm langer en vind je dat fijn.
Nadelen remmen puberteit
- Je moet regelmatig naar de dokter. Die controleert je lengte, je gewicht en hoe je puberteit zich ontwikkelt;
- Je moet regelmatig worden geprikt;
- Je krijgt een behandeling voor iets dat eigenlijk ‘vroeg normaal’ is;
- Lange tijd puberteitsremmende medicijnen gebruiken kan je botten minder sterk maken;
- Van 10 tot 20 kinderen wordt 1 kind zwaarder door de behandeling;
- Soms krijgen meisjes ‘opvliegers’.
Samen beslissen
De dokter geeft je alle medische informatie die je nodig hebt. De dokter is de medische expert, maar jij en je ouders zijn de expert van jou als persoon. Jij en zij weten het beste hoe jij in elkaar zit, wat je belangrijk vindt, waar je gelukkig van wordt. Neem de tijd om een beslissing te nemen waar je blij van wordt. En stel vragen: wikken en wegen mag!
7. Is vroege puberteit bij iedereen even erg?
Alle jongens en meisjes die vroeg in de puberteit komen, ervaren dit anders. Hoe ernstig de klachten zijn, hangt af van de oorzaak van de vroege puberteit. Meestal blijkt dat ‘de hormoonklok vroeg is aangegaan’. Dat is onschuldig. Is de oorzaak wel ernstig? Dan is het goed dat we dit op tijd ontdekken en dat we je hiervoor de juiste behandeling geven.
7 Tips
Tip 1. Ga naar de Huisarts
Denk je dat je te vroeg in de puberteit komt? Ga dan naar de dokter. Die kan je onderzoeken en uitleg geven.
Tip 2. Weet hoe je groeit
Je groeicurve geeft je dokter belangrijke informatie. Vraag daarom je groeigegevens op bij de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) of jeugdarts (GGD). De dokter wil ook de lengte van je ouders weten.
Tip 3. Vraag hoe het zit in je familie
Vraag in je familie op welke leeftijd je moeder, je tantes en oma’s ongesteld werden. Misschien een gekke vraag, maar het moment van ongesteld worden is vaak erfelijk. Je vader weet vast ook nog wel of hij vroeg of laat in de puberteit kwam en wanneer hij snel is gaan groeien.
Tip 4. Neem iemand mee naar de onderzoeken
Het lichamelijk onderzoek door de dokter kan spannend zijn. Het onderzoek is belangrijk om erachter te komen of er iets met je aan de hand is. Vind je het prettig dat tijdens het onderzoek iemand naast je staat? Geen enkel probleem. Vertel het je dokter.
Tip 5. Schaam je niet
Schaam je nooit voor je eigen lichaam. Iedereen is weer anders, ieder lichaam heeft zijn eigen tijd en ritme. Twijfel jij of bij jou alles normaal gaat? Stel vragen, praat erover.
Tip 6. Vaste prik!
Zie je op tegen de behandeling met puberteitsremmers? Meestal valt dit mee. In het ziekenhuis zorgen we ervoor dat je de prik zo min mogelijk voelt.
Tip 7. Bekijk meer informatie
Als je op internet meer informatie zoekt over de puberteit, zorg dan dat die informatie betrouwbaar is. Hieronder vind je betrouwbare informatie over vroege puberteit bij kinderen:
- Informatie over vroege puberteit (pubertas preacox) op de website van de Nederlandse vereniging voor endocrinologie;
- Informatie op de website van het Radboud UMC over: premature telarche en premature adrenarche;
- De informatie op Wikipedia over vroege puberteit is ook betrouwbaar!
- Meer weten over oorzaken van vroege puberteit op de website van mens-en-gezondheid
De informatie van dit onderwerp downloaden
Auteurs:
Dr. Gerdine Kamp, kinderarts, Tergooi MC
Dr. Ellen Bannink, kinderarts, Tergooi MC
Drs. Lotte Heijerman, kinderarts in opleiding, Amsterdam UMC
Dr. Wilma Oostdijk, kinderarts-endocrinoloog, LUMC
Dr. Nitash-Zwaveling-Soonowala, kinderarts-endocrinoloog, Amsterdam UMC
Redactie:
Ben de Graaf, tekstschrijver
Vormgeving:
Drs. Julia Groenveld, Basisarts, Amsterdam
Met dank aan:
Kinderartsen kinderendocrinologie Emma kinderziekenhuis
Stichting Kind en Ziekenhuis
Onze meest actuele medische onderwerpen
- Alle onderwerpen
- Buik
- Groei & puberteit
- Hoofd
- Lichaam algemeen
Chronische buikpijn
Chronische buikpijn is buikpijn die langer dan 2 maanden bestaat, die je altijd voelt of die vaak terugkomt, iedere week wel een keer of soms vaker. Vaak vind de dokter geen afwijkingen, maar toch heb je wel echt buikpijn. Benieuwd hoe dit zit? Lees dan verder
Vroege puberteit
Vroege puberteit komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Djaylinn’s verhaal begon op 7-jarige leeftijd, toen haar puberteit begon. Ze merkte veranderingen in haar stemming, zoals sneller boos en verdrietig worden. In onze informatieve folder en podcast delen we inzichten over puberteit. Lees en luister om meer te weten te komen over de start van de puberteit, symptomen en behandelingen. Dr. Zwaveling bespreekt ook behandelingsopties en hun voor- en nadelen.
Chronische darmontsteking (IBD)
Heb je gehoord over de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa? Dit zijn twee soorten langdurige darmontstekingen. Als je deze ziekten hebt, kun je last hebben van klachten zoals buikpijn, gewichtsverlies, minder groeien, diarree en meer. Wil je weten hoe dokters weten of jij dit hebt en wat je eraan kunt doen? Blijf lezen of luister de podcast voor antwoorden!
Lange lengte bij kinderen
Wij Nederlanders behoren tot de langste mensen op aarde. Maar wanneer ga je hiermee naar de huisarts of kinderarts? Milou is 194cm en heeft op de basisschool een lastige tijd gehad. Ze heeft besloten om iets positiefs uit haar lengte te halen en wie weet zien wij haar binnenkort bij de olympische spelen.